Mensen zeggen: je kunt denken, doen en laten wat je wilt. Maar is dat wel zo? Er zijn wetenschappers die beweren dat de vrije wil eigenlijk niet bestaat. Hoe zit dat?
De afgelopen vijftig jaar heeft het neurobiologisch onderzoek zich sterk ontwikkeld. Denk aan de komst van een aantal nieuwe technieken, zoals MRI-scans, waarmee hersenactiviteiten in beeld worden gebracht. Dit leidt tot waardevolle inzichten in de werking van ons brein. Daarmee heeft het brein een populaire plaats verworven in allerlei hypotheses over het menselijk functioneren. Hoe hangen gedachten en gevoelens samen met hersenactiviteiten? Of wat breder geformuleerd: hoe is de relatie tussen onze innerlijke ervaring (onze geest) en onze hersenen (materie)?
Een dominante theorie binnen de neurobiologie zegt daarover dat mentale processen het gevolg zijn van neurale processen en niet de oorzaak ervan. Dit materialistische standpunt wordt in het boek ‘Het spirituele brein’ treffend als volgt omschreven: ‘De geest bestaat als een regenboog boven een waterval. Hij is er wel maar kan nergens invloed op uitoefenen. … Hoewel de geest louter een product is van processen in de hersenen en in het lichaam, roept hij soms de illusie op dat hij deze processen beïnvloedt, net zoals een regenboog zou kunnen denken dat hij enige invloed uitoefent op de waterval.’
Deze zienswijze roept allerlei vragen op over de vrije wil. Want als bewustzijn niet meer is dan ruis veroorzaakt door biochemische processen in de hersenen, hoe kan een mens dan een wilsbesluit nemen? Dat wilskracht bestaat is duidelijk zichtbaar aan het placebo-effect. Want als iemand overtuigt is van de genezende werking van een pilletje, ook al heeft dat pilletje geen enkel neurobiologisch effect, dan gebeurt dat toch.
De materialistische neurowetenschap heeft het moeilijk met het placebo-effect, vrije wil en bewustzijn. Vanuit deze visie zijn deze aspecten van de werkelijkheid – naar mijn idee – niet te verklaren. Als therapeut heb ik diep respect voor de kracht van de menselijke geest, zowel ten gunste als ten nadele van het menselijk geluk. De geest kan niet zonder de hersenen en het lichaam, maar is daar niet een bijproduct van. In dit aardse leven hebben geest en materie elkaar nodig. Net zoals een rivier ontstaat in een samenspel van water en aarde. Het water stroomt en vormt zo haar bedding, terwijl de rivierbedding op haar beurt het water richting geeft. Zo ontwikkelt zich een rivier met haar eigen specifieke karakter, meanderend door het landschap. Zo is ook de mens een eenheid van geest en materie, die zich vanuit zijn eigenheid in de samenleving beweegt. En de regenboog? Daar is een derde kracht voor nodig: het licht.
0 Reacties